dinsdag 28 augustus 2018

Kiezen is verliezen

Ik ben een menselijke caleidoscoop - zo divers zijn al mijn interesses en gezichten in verschillende situaties - maar dat maakt het moeilijk om te kiezen. Aartsmoeilijk, want ik heb al moeite om te kiezen welk stuk vlees ik wil thuis. En laat het nu net zo zijn dat ik pas een belangrijke keuze achter de rug heb: mijn studiekeuze voor het hoger onderwijs.

Het grootste deel van mijn leven heb ik weinig belangrijke keuzes moeten maken, en al evenmin voor mijn studie. Ik ben altijd gek geweest op mythologie, en toen ik als 9 of 10-jarig meisje hoorde dat er zoiets bestond als Grieks-Latijn, wist ik: dat wil ik doen. Ik ben daar nooit meer van afgeweken. Ook toen ik wist dat ik in de derde graad de enige leerling Grieks van mijn school zou zijn - de laatste zelfs - bleef ik koppig vasthouden aan mijn passie. Ik offerde mijn interesse in (moderne) vreemde talen op, en vooral mijn interesse in wetenschappen en wiskunde. (De afgelopen twee jaar heb ik telkens slechts drie uur wiskunde, twee uur natuurwetenschappen en één uur aardrijkskunde gehad. Dat is niets waard.) Hoewel het gebrek aan uitdaging voor die vakken wrong, heb ik me daar nooit al te veel vragen bij gesteld. En toen klopte het hoger onderwijs op de deur.

Toen ik in het vierde middelbaar de vraag kreeg of ik al wist wat ik later wilde doen, kwam ik af met 'geschiedenis', omdat dat mijn oudste 'lievelingsvak' was en Grieks en Latijn daar ook een beetje onder vielen. Het jaar daarop voerde ik met iemand een discussie over geloof en toen ontstond het idee om theologie en religiewetenschappen te studeren. Ik ben geboeid door spiritualiteit en religies en dat zou de perfecte studie zijn om tegemoet te komen aan mijn eigen zoektocht naar zingeving. Filosofie zat in hetzelfde laatje - ik hoor wel eens dat mijn gedichten of ikzelf te filosofisch zijn. Al die studies waren echter niet erg 'jobgericht' in mijn ogen, dus kwam ik met Arabisch en Chinees op de proppen. Ik wil graag ooit een volkomen vreemde taal leren en dit leken mij twee wereldtalen met kansen op werkgelegenheid. Voeg dan nog Grieks-Latijn (hoe kan het ook anders, zie over mij), Frans in combinatie met een andere taal (Spaans, Hebreeuws, Latijn, Nederlands) en conservatorium toe en ik had mijn eerste doordachte lijstje.

Ongeveer vanaf het einde van het vijfde jaar beginnen mensen je te bombarderen met diezelfde vraag, tot je ze nooit meer wilt horen: of je al weet wat je gaat doen. Nu had ik een leerkracht Frans (die ook mijn titularis was) bij wie het mondeling examen wel eens durfde af te wijken naar een gewoon gesprek - in het Frans welteverstaan - over andere onderwerpen dan degene die we hadden voorbereid. En jawel, ik kreeg dé vraag, die toen nog een uitzondering was. Heel dat gesprek ga ik hier niet uit de doeken doen, maar hij gaf me één belangrijk advies mee: denk eerst na wat je wilt dóén in je leven, en dan welke studie daarvoor geschikt is. En ja, wat wil ik doen in mijn leven?

Als kleuter wilde ik verpleegster worden, daarna bakker, of toch geen psycholoog? De enige droom die de jaren overleefde, al sinds ik klein was, was die van schrijfster. Nog steeds hoop ik ooit iets te kunnen uitgeven, zij het een boek, een gedichtenbundel of nog iets anders. Maar met de jaren leerde ik ook de waarheid te verteren: de kans dat ik ooit iets kan publiceren, is miniem. Bovendien staat publiceren niet gelijk aan 'je brood verdienen'. Ik begon dus aan het 'Grote Zelfonderzoek' om te ontdekken wat belangrijk voor mij is buiten schrijven. De conclusie: ik wil mensen helpen, iets voor hen betekenen, al is het maar door een tekst die hen troost of moed geeft of laat glimlachen. Dat idee verstevigde de positie van theologie en religiewetenschappen, omdat ik dan als pastor zou kunnen werken. Godsdienstleerkracht zag ik niet zo zitten.

Het parcours dat volgde, is een toonbeeld van de grillen van mijn geest en de wandelende paradox die ik ben. In de zomer van 2017 maakte ik een lijstje met alle mogelijke studierichtingen die me ook maar in de verste verte interesseren, ook al wist ik dat ik het wellicht zou reduceren tot mijn oorspronkelijke lijstje. Conservatorium kon ik zonder problemen schrappen, omdat er een overaanbod is aan muzikanten, het leven als professioneel muzikant (als leerkracht of optredend) te veeleisend zou zijn voor mij en de studie mogelijk onvoldoende cognitieve uitdaging zou bevatten.
Geschiedenis en filosofie verdwenen ook vrij snel, omdat ze zo weinig specifiek zijn voor een job. De ironie is dat ik nu denk dat wijsbegeerte wellicht de richting was geweest waar ik als mens het meeste aan had gehad, omdat ik merk dat mijn godsdienstlessen van de afgelopen twee jaar - met vaak meer filosofie dan godsdienst - me hebben geholpen om met dingen om te gaan, om te groeien als mens.
Sinologie moest als volgende onder het mes, omdat ik uitvogelde dat de kans groot was dat ik daarmee in een economische job zou terechtkomen, en laat economisch denken nu net eens iets zijn waar ik bar weinig talent voor heb. Voor mij gaan mensen altijd boven winst en anderen boven mezelf. Met die ideeën zou onze liberale markteconomie me binnen een halve dag verpletteren als een mier onder zevenmijlslaarzen.

Theologie, arabistiek en taal- en letterkunde overleefden het alle drie tot half juli, maar mijn tijdelijke voorkeur voor een bepaalde richting was allesbehalve constant. Theologie en religiewetenschappen heeft heel lang de eerste plaats in beslag genomen. Na de studie-informatiedagen, waar we in schoolverband naartoe gingen, dacht ik dat het dat of taal- en letterkunde zou worden met minstens één klassieke taal, omdat de mensen die die richtingen vertegenwoordigden de beste indruk op mij maakten in ons gesprek.
Rond maart-april stak arabistiek en islamkunde erbovenuit, omdat veel van mijn interessedomeinen min of meer gelijk vertegenwoordigd zouden zijn (taal, geschiedenis, religie, filosofie, literatuur, ...) en het exotische, omdat het wellicht de meeste werkmogelijkheden zou bieden.
In mei stond Grieks-Latijn op kop, omdat het de eenvoudigste keuze was: ik zou gewoon de lijn van de afgelopen jaren doortrekken, ik kon enigszins inschatten wat voor mensen ik er zou tegenkomen en de groepen voor de taalvakken zouden niet zo groot zijn - iets wat voor mij belangrijk is.
Vanaf eind mei tot begin juli won arabistiek weer aan aantrekkingskracht, deze keer omwille van de uitdaging en omdat ik bedacht dat met die studie journalist ook een optie zou zijn.
Na de examens begon ik veel in het Engels te lezen en werd dat voor het eerst een optie. In het algemeen werd het idee van taal- en letterkunde met een moderne taal sterker en theologie zakte zelfs naar de laatste plaats.

Na nog wat advies van verschillende mensen hakte ik half juli de knoop door ten voordele van taal- en letterkunde, waarbij minstens één van de twee talen Grieks of Latijn zou zijn en Nederlands en Frans ook nog een optie waren. Op die manier zou de stap naar het hoger onderwijs niet ook meteen een sprong in het diepe zijn, zoals bij arabistiek het geval was geweest. Ik raadpleegde een oud-student Nederlands-Frans, waarna ik Frans van mijn lijstje kon schrappen, en toen mijn vader vertelde dat hij maanden geleden al tegen zijn collega's had gezegd dat het wellicht Grieks-Latijn zou worden, wist ik quasi zeker dat hij gelijk zou krijgen. Zo'n twee weken geleden stond die keuze dan ook vast. Ik ben niet echt verrast door mijn eigen keuze, maar wel door de wisselvalligheid van het proces dat eraan voorafging. En hoewel ik tevreden ben met het eindresultaat en in mijn achterhoofd houd dat mijn studentenloopbaan niet hoeft te eindigen na één studie, zijn er die stukjes Birthe die elk een andere keuze hadden gemaakt en spijt hebben dat ik al die andere dingen heb laten vallen. Ach, dat is de vloek van veel interesses en talenten: meer dan bij wie ook is kiezen dan altijd een beetje verliezen. Leven, noemen ze dat, zeker.

https://www.onderwijskiezer.be/v2/hoger/index.php

Geen opmerkingen:

Een reactie posten