maandag 27 augustus 2018

Waarom gepassioneerde leerkrachten zo belangrijk zijn

Op het einde van mijn zesde jaar schreef ik een mail waarin ik meer dan dertig leerkrachten en secretariaatsmedewerkers bedankte. Achteraf gezien had ik nog meer mensen in mijn lijst willen opnemen. Ik had dat niet gedaan, omdat ik niet wist wat ik specifiek tegen elk van hen kon zeggen en vond dat ik toch ergens een grens moest trekken. De mail die ik uiteindelijk verstuurde, was bijna tien pagina's lang. (Hoeveel uren ik daar in totaal aan heb gezeten, wil ik zelfs niet weten.) Er was een korte algemene inleiding, maar verder had ik voor alle mensen die de mail kregen een persoonlijke boodschap, een persoonlijke reden om hen te bedanken. Dat liep uiteen van enkele zinnen tot meer dan een halve pagina. Dat maakt hopelijk duidelijk dat ik hen niet gewoon wilde bedanken voor hun lessen, maar dat er veel meer te vertellen valt.

Nu moet ik toegeven dat ik altijd een leerkrachtkindje ben geweest. Ik werkte altijd mee - soms als enige - ik haalde meer dan uitstekende punten, babbelde in principe nooit tijdens de les, spookte niets uit dat niet mocht, zat bijna altijd vooraan, ... Bovendien was ik in bijna elke klasgroep een buitenbeentje, dus spraken leerkrachten me sneller aan. Als leerling Grieks had ik ook veel les in kleine groepjes; de laatste twee jaar Grieks was ik zelfs alleen voor dat vak. Doordat we een klein jaar waren, breidden die kleine groepjes zich uit naar andere vakken, zoals Latijn en wiskunde. Die factoren hebben allemaal mee bepaald waarom leerkrachten mijn schooltijd zo sterk gekleurd hebben.

Ik ben altijd leergierig geweest, dus uiteraard moet ik mijn leerkrachten ook bedanken voor alles wat ze me over hun vak hebben geleerd, zeker als ze uitdaging boden. Mijn liefde voor een vak staat los van mijn liefde voor een leerkracht, maar ik betwijfel of mijn liefde voor Grieks en Latijn even groot was geweest als ik andere leerkrachten had gehad. Mijn leerkracht Latijn van het eerste jaar verwaarloosde soms de échte cultuurlessen om ons verhalen over Rome en de Romeinen te vertellen. Bijna het volledige tweede semester gingen de cultuurlessen op aan de Trojaanse oorlog en de vlucht van Aeneas, tot de stichting van Rome door Romulus (en Remus). Mijn hoofd zit vol feitjes die de gaatjes in zijn lessen opvulden en dankzij hem ken ik de eerste zestien Romeinse keizers uit het hoofd, mét regeerperiode.
In de lagere school was Frans één van mijn favoriete vakken omdat het een vreemde taal was en uitdaging bood. Mijn leerkrachten in het secundair hielden die liefde levend en ik heb een tijdlang overwogen om Frans te studeren, omdat ik twee uitzonderlijk goede leerkrachten Frans heb gehad, elk voor twee jaar. Mijn Frans is heel lang veel beter geweest dan mijn Engels, omdat ik daarvoor geen dergelijke leerkrachten had.
Mijn studie (zie 'over mij' of 'kiezen is verliezen') stond de afgelopen jaren volledig in het teken van talen en humane wetenschappen, maar ik heb een sterke liefde voor geologie en astronomie ontwikkeld omdat ik de afgelopen twee jaar een uitstekende leerkracht aardrijkskunde had. Hij probeerde ons te laten proeven van de werkwijze in het hoger onderwijs, vertelde alles als een verhaal en maakte aardrijkskunde tot mijn enige wetenschapsvak dat nog wat uitdaging bood. (Ik had zeer weinig wiskunde en wetenschappen.)

Leerkrachten bedanken voor de kennis en passie voor hun vak die ze hebben doorgegeven, is echter nog vrij vanzelfsprekend. Sommige leerkrachten hadden een nóg grotere invloed op mij. Ik ben nooit een fan van films geweest - of toch niet degene die mijn leeftijdsgenoten doorgaans keken - maar die paar lesuren dat mijn leerkracht Frans van het vierde en vijfde over films praatte, hebben mij een vonk meegegeven, een beetje begrip om de schoonheid in films en beeld te zien. Hij heeft mij laten kennismaken met het soort films dat mij wél aansprak, zoals Frantz van François Ozon. Ooit vermeldde hij een keer dat hij een enorme fan was van Jacques Brel, omdat zijn teksten pure poëzie zijn en hij zijn weerga niet kent in overgave op het podium - hij is wat hij zingt. Die ene opmerking was genoeg om mij te 'bekeren'. Natuurlijk ben ik sowieso een liefhebster van het woord, poëte in de dop en francofiel, maar zíjn opmerking vormt waarschijnlijk de helft van de redenen waarom ik Brel zo apprecieer, omdat ik die leerkracht zo hoog in het vaandel draag.

Over hem wil ik één anekdote vertellen.
Toen ik in het vierde jaar zat, zouden we in de klas samen de eerste hoofdstukken van Le petit prince van Antoine de Saint-Exupéry lezen. Om die reden had hij voor iedereen van de klas madeleines meegebracht. Hij vertelde erbij dat in A la recherche du temps perdu van Marcel Proust de hoofdpersoon op een bepaald moment madeleines eet en dat herinneringen oproept van vroeger. Vanaf dan zouden we - zo beweerde hij - nooit meer madeleines kunnen eten zonder aan hem te denken. Wat mij betreft, is hij alvast in zijn opzet geslaagd.

De belangrijkste reden waarom ik er zo op gebeten ben om mijn leerkrachten te bedanken en te prijzen, is voor wat ze me hebben gegeven op persoonlijk en emotioneel vlak, als mens. De boodschap die wellicht het vaakst terugkomt in mijn mail, is een bedankje voor alle kleine gesprekjes voor of na de les, voor de opmerkingen, de vragen hoe het met me ging, ... Uiteraard is dat niet voor iedereen zo belangrijk, maar leerkrachten die oprechte interesse tonen in hun leerlingen, die impliciet of expliciet laten weten dat ze er zijn als hun leerlingen hen nodig hebben, kunnen een wereld van verschil maken. De wereld waarin ik zou hebben geleefd zonder al die mensen, zou vast en zeker serieuze dystopische trekjes hebben gehad.

Ik wil het zelfs nog sterker stellen: een beperkte groep van leerkrachten heeft in zekere zin mijn leven gered. Zo was er mijn leerkracht Latijn en titularis van het tweede en derde jaar. Op de eerste dag als onze titularis beloofde ze dat zij onze moeder op school zou zijn. Voor mij is ze dat zonder enige twijfel geweest. Ook toen ik geen les meer van haar had, bleven we contact houden en ik voel me gezegend dat ik haar ondertussen tot mijn vrienden mag rekenen. Zij zag altijd meer dan anderen, begreep me beter dan ikzelf dat deed en ik durf haar quasi alles te vertellen.
Een beetje in hetzelfde schuitje zit een leerlingenbegeleidster die ik in het vierde jaar leerde kennen. Zij was de eerste die actief iets probeerde te doen aan het feit dat ik wat buiten de groep viel en zij liet zich niet afwimpelen. Haar werk wierp vruchten af, want ook zij behoort nu tot mijn vrienden - ik ben een grote gelukzak - en weet dingen die ik nog geen ander heb verteld. Dus voor wie dat nog niet wist: ook al zegt iemand dat er niets is, blijf regelmatig vragen hoe het gaat en maak duidelijk dat je zult luisteren als dat nodig is, dat je er bent voor die ander. Sinds iemand dat voor mij heeft gedaan, heb ik er mijn plicht van gemaakt om hetzelfde te doen voor anderen, om hen er steeds opnieuw aan te herinneren dat er altijd wel iemand wil luisteren, wat voor een fantastische mensen ze zijn, om tussen de lijntjes te lezen en niet op te geven. Soms is het aanbod van hulp al genoeg om iemand te helpen. Soms kost het wat tijd voor iemand genoeg vertrouwen heeft om eerlijk te zijn, voor iemand tegenover zichzelf durft toe te geven dat er iets mis is, wat er mis is - laat staan om de juiste woorden te vinden om dat alles uit te leggen.

Er zijn nog leerkrachten zonder wie ik niet zou zijn wie ik nu ben, leerkrachten die me steeds opnieuw zeiden om in mezelf te geloven, die me prezen en die naar me luisterden als ik dat nodig had: die leerkracht Frans - die in die twee jaar ook een meer dan fantastische titularis was en in mijn laatste jaar terecht de 'gala-award' voor beste leerkracht kreeg - een leerkracht geschiedenis die ik wellicht heb beroofd van zijn leesvermogen met alle lange mails die ik hem heb gestuurd en die weet als geen ander hoe vasthoudend ik kan zijn, een leerkracht godsdienst die ons toonde hoe mens te zijn als leerkracht, ... Mijn leerkrachten waren de afgelopen drie jaar wellicht mijn grootste vertrouwenspersonen en kenden me beter dan mijn klasgenoten en een groot deel van mijn familie. Ik heb een goede band met mijn familie, maar soms is familie niet genoeg.

Het is van ongelooflijk belang dat er steeds leerkrachten zullen zijn die voor de klas staan omdat ze een kind, een tiener, een jongere iets willen meegeven in hun weg naar volwassenheid, een duwtje in hun groei. Niet alleen door hun vakkennis te delen, maar ook door hen te boetseren als mens, door zelf mens te zijn. Leerkrachten die aanmoedigen en vertrouwen hebben, die het beste in hun leerlingen zien en dat voor iedereen zichtbaar kunnen maken, die een luisterend oor willen bieden en soms een extra ouder zijn als de eigen ouders iemand te dicht op de huid zitten (want dat gebeurt wel eens als puber). Ik ben met mijn gat in de boter gevallen door naar een school te gaan met enkele fantastische, bewonderenswaardige, schijnbaar onvermoeibare leerkrachten met een hart voor hun leerlingen, mensen die ik nooit terug kan betalen voor wat ze hebben gedaan en die nog steeds extreem veel voor mij betekenen. Voor veel mensen zullen leerkrachten niet zo belangrijk zijn geweest als voor mij, maar voor die enkelingen zijn ze broodnodig - en dat is reden genoeg om op zo'n leerkrachten te blijven inzetten.

Het is wellicht voor en door hen - die leerkrachten die allemaal een beetje mijn geestelijke ouders zijn geworden - dat ik ook sterk overweeg om zelf leerkracht te worden. Ik heb altijd graag mijn kennis doorgegeven, ja, maar meer dan dat wil ik mensen hélpen (zie 'kiezen is verliezen'), zoekende zielen zoals ik. Ik ben nooit sterk geweest in sociale zaken of presentaties - vandaar dat ik alleen vakken als Grieks en Latijn zie zitten om in het secundair te geven - maar als ik als leerkracht voor één iemand iets kan betekenen, heb ik mijn schuld een beetje afbetaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten