zondag 4 november 2018

Met de hoed in de hand komt men door het ganse land

Respect. We hebben er in deze tijden de mond vol van, maar wat verstaan we er eigenlijk onder? Leerlingen en leerkrachten moeten elkaar respecteren, ouders en kinderen. We hebben respect voor een Olympische atleet of een muzikant, voor wereldverbeteraars of bekende mensen. Is het dan puur beleefdheid, of bewondering? We moeten ook respect hebben voor elkaars bezittingen of elkaars leven. Kun je dat bewondering of beleefdheid noemen? Nee, respect gaat verder dan dat. Respect gaat over aanvaarden, aanvaarden van de realiteit van de ander, het werk dat is gedaan om die pen of boekentas te maken, het leven dat iemand toevallig heeft gekregen, even toevallig als jijzelf. We kijken allemaal anders naar de wereld, maar als we even onze hoed afnemen voor wat een ander kan, even groeten, dan raken al die realiteiten met elkaar verweven. De wereld tussen al die verstrengelde realiteiten, is kleurrijk en gelaagd.

Respect is van belang. Het is niet zomaar een morele waarde voor zachte zielen. Respect is de motor van een maatschappij. Hoeveel conflicten zouden vermeden kunnen worden als we gewoon respect hadden voor elkaar? En waar zouden we eindigen als we allemaal ons respect voor het leven van anderen verloren? In de loop van de twintigste eeuw zijn er een aantal schokkende experimenten gedaan die een idee geven.

In het Stanford Prisonexperiment moest de ene helft van de groep de andere bewaken, maar het experiment moest worden stopgezet, omdat al na enkele dagen de ‘bewakers’ de ‘gevangenen’ mishandelden.
Zowel in het Milgramexperiment in de jaren ’60 als in de modernere versie ‘Le jeu de la mort’ moesten echte kandidaten aan een tweede ‘kandidaat’, die in werkelijkheid een acteur was en onzichtbaar, vragen stellen, zoals in een quiz. Als het antwoord fout was, moesten ze een elektrische schok toedienen. Die was niet echt, maar dat wisten de kandidaten niet. De acteur vroeg om op te houden, vanaf een bepaald moment was er geschreeuw te horen, nog later niets meer (wat bewusteloosheid voorstelde), maar het merendeel van de kandidaten ging door tot het dodelijke maximum. Weliswaar was dat onder de aanmoedigingen van ‘autoriteiten’ die zeiden dat de verantwoordelijkheid niet bij de kandidaten lag, maar bij hen en ze mochten doorgaan.

Plots blijkt dat we zonder respect en empathie niet ‘menselijker’ zijn dan andere dieren. Als we mensen niet zien, niet leren kennen, vergeten we al snel dat zij ook mensen zijn. Het is de kwetsbaarheid van een blik die ons dwingt onze muren te slopen. Empathie is de kracht om je te verbinden, om mens te zijn en het mens-zijn van de ander te erkennen. Om je hand uit te reiken naar iemand die op de grond ligt. Wat is de voldoening van over alle hoofden naar de top te klimmen? Als je alleen op de top zit, kan alles wat je hebt vertrappeld, weggaan en zonder fundamenten geen berg. Maar als je mensen helpt, je met hen verbindt, zullen ze je naar de top dragen. Een last, een taak, een doel: ze wegen zoveel lichter als je hem niet alleen draagt. Je kunt zoveel meer als je mensen helpt, want dan zullen zij jou helpen.

Maar respect blijft een vaag begrip. Hoever gaan we daarin? We moeten respect hebben voor de mening van anderen, hun recht om die te uiten. Maar betekent dat dat je zomaar iemand de grofste beledigingen naar het hoofd mag slingeren? Is het respectloos als je dat afkeurt? Of houdt respect in dat je je inleeft in de gevoelens van anderen en je mening op een beleefde manier uit? Heb je geen respect voor het recht op vrije meningsuiting als je dat vraagt?
Misschien is het al genoeg dat we iedereen eens vriendelijk groeten, hoe we ook over die persoon denken. Een groet wordt een glimlach, een glimlach een gesprek en misschien is het dan helemaal geen vraag meer of respect voor het ene respect voor het andere verbiedt.