vrijdag 12 oktober 2018

Verkiezingskoorts

Zondag moet ik voor het eerst stemmen. Het besef is nog niet helemaal doorgedrongen, denk ik. Het is slechts voor de gemeente en de provincie, dat is waar, maar ik ken hooguit enkele namen en gezichten, en dan alleen voor de gemeente. Hoe moet ik tegen zondag weten op wie ik moet stemmen?

Ik nam me al enkele jaren geleden voor dat, als ik zou moeten stemmen, ik me niet zomaar zou laten leiden door vooroordelen over partijen, dat ik niet uit principe heel mijn leven zou zweren bij een en dezelfde partij. Te veel mensen zijn om die reden blind voor oplossingen die anderen voorstellen, denken niet meer zelf na. Ik wil weten waarvóór ik stem. Dat betekent: opzoekwerk.

Als het erop aankomt, moet je toegeven dat elke partij wel iets zinnigs te zeggen heeft. Per slot van rekening hebben ze allemaal het beste met ons voor en willen ze allemaal dat we ergens kunnen leven waar we graag leven. Alleen hebben ze allemaal een andere visie op wát onze noden zijn en de manier waarop die moeten worden ingevuld. Ik zal dus zelf niet op eender welke partij stemmen, omdat sommige ideeën van partijen te erg afwijken van mijn eigen waarden om bereid te zijn hen de macht te geven die uit te voeren, ook al kan ik me in andere standpunten misschien wel vinden.

Ik weet van mezelf dat ik eerder links en progressief ben, omdat ik nogal altruïstisch ben ingesteld en ook in mijn dagelijks leven veel belang hecht aan openheid en tolerantie, verbondenheid, solidariteit, empathie, respect, kansen voor iedereen, voldoende natuur, ... Om die reden heb ik mijn opzoekwerk tot nu toe beperkt tot partijen uit die kant van het spectrum, maar dat betekent niet dat ik mijn kritische zin achterwege heb gelaten.

Het viel me vooral op hoe vaag alles blijft. Soms moet één alineaatje al hun standpunten samenvatten. Ook als ze die wel per thema uitwerken, is er niets concreet. Veel beloftes, een opsomming van alles waar ze op willen inzetten, maar nooit hoe ze denken dat uit te voeren. Mooie ideeën, dat wel. Dit bedrag besteden om dit of dat te bereiken: graag, maar waar moet dat geld vandaan komen? Wat wordt er opgeofferd? Of komt het toch uit de lucht vallen als hemels manna? Dat is natuurlijk de eeuwige spanning tussen de ideale situatie en de realiteit.

In de kantlijn wil ik nog aantekenen dat zowat elke partij lijkt te pleiten voor verandering, oppositie of niet. Soms vraag ik me af of iedereen dan echt zo ontevreden is met hoe het is. Het lijkt erop dat politici niet kunnen erkennen dat een ander iets goeds heeft bereikt. Alles wat zij niet durfden of konden, is stiekem toch de schuld van een ander. In verkiezingstijd is het ieder voor zich. Menselijkheid en empathie liggen ondertussen wellicht ergens te vondeling. Ze bouwen hun identiteit op vanuit een vijandsbeeld: "Wij zijn niet zus of zo. Wij denken niet hetzelfde als zij. Zij zijn slecht. Dit is het bewijs." Alsof zij geen fouten maken. En hoe het dan wel moet, daarover zwijgen ze in alle talen.

In mijn pessimistische buien denk ik soms dat het toch allemaal even grote hypocrieten zijn en dat ik net zo goed blanco zou kunnen stemmen, maar zo ver wil ik het toch ook niet laten komen. Onverschilligheid kan óók schade berokkenen. Het heeft Trump in de kaart gespeeld bijvoorbeeld, hoorde ik vanochtend op de radio. Veel mensen in de VS zijn immers niet gaan stemmen in 2016. Zo krijgen alleen de extremen een stem, letterlijk en figuurlijk.

Gelukkig heb ik nog een beetje tijd om mijn opzoekwerk uit te diepen. Wat meer partijen te verkennen. Misschien stuit ik alsnog op iets concreets dat me wel aanstaat. Ik zal er nog een nachtje over slapen, of twee. Hopelijk heb ik tegen dan mijn eigen stem gevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten